+31 6 83 09 25 28 tiny@nemlud.nl
Selecteer een pagina

Flexibel(er) associëren is een van de 4 basisvaardigheden van de creatieve denker. Het helpt je om buiten de gebaande paden te treden, om op andere, nieuwe ideeën te komen. Een van de manieren om vaardiger te worden in het associëren is het toepassen van de mindmap-methode.

Een mindmap is in feite een visuele weergave van woorden, gedachten en ideeën.  Er wordt telkens van  één centraal woord of idee uitgegaan, waar vanuit vervolg-associaties worden bedacht.

 

Hoe maak je nu zo’n mindmap?

De beginselen:

1.     Pak een (groot) vel papier. Leg het “landscape” en zet het kernwoord (van het issue, je vraagstuk) in het midden.
2.     Associeer rondom dit kernwoord; en maak de zgn. bloem-associaties

No alt text provided for this image

3. Associeer vervolgens door op elk bloemblad; en maak zgn. ketting associaties

No alt text provided for this image

 

In mindmap-trainingen hanteer ik het “ABBA-voorbeeld”.
De bloem-associaties zijn dan bijvoorbeeld:
ABBA -> Dancing Queen,
ABBA -> Songfestival,
ABBA -> Zweden,
ABBA -> Bjorn.
En een voorbeeld van een ketting associatie is dan: ABBA -> Bjorn -> Bjorn Borg -> Tennis -> Wimbledon

Nu heeft het waarschijnlijk geen enkel toegevoegde waarde om “van ABBA naar Wimbledon” te gaan, het is slechts een illustratie van hoe (mijn) brein werkt; hoe het ene woord het andere oproept. En de mindmap is daarmee een tool om gedachten inzichtelijk(er) te maken voor anderen.

De mindmap is daarmee ook een methode om problemen, vraagstukken op te lossen. Om creativiteit op gang te brengen. Het is een techniek die aansluit bij de werking van ons brein.

En je stimuleert het brein extra als je naast woorden ook kleuren en plaatjes/tekeningen inzet.

Een mindmap maken helpt je dus om, vanuit het vrijelijker associëren, anders te leren denken en daarmee nieuwe kansen te zien. Het helpt je om los te komen van vaste patronen.

En, oh, ja, de mindmap is o.a. ook een methode om informatie die je brein heeft opgeslagen weer “op te roepen”.

 

Mijn (trainings)voorbeeld hierbij; ‘vogels’.
Ik presenteer aan deelnemers, via een ppt de mus en vraag ze om minimaal 50 vogels te noteren in 3 minuten tijd. De deelnemer die, na 3 minuten, de meeste vogels heeft weten op te schrijven nodig ik uit om de vogels, in volgorde van het noteren, voor te lezen. Hierna vraag ik aan de deelnemers wat bij het voorlezen is opgevallen? We ontdekken dat de vogels ‘in clusters’ zijn opgeschreven:

  • De mus leidt tot vogels die zich in de tuin ophouden; ekster, houtduif, mees (pimpelmees, koolmees), merel, roodborst, ..,
  • Hierna volgen vogels die ‘in/om de sloot’ vertoeven; eend, meerkoet, gans, zwaan, reiger, ..,
  • Er wordt teruggegaan ‘naar huis’; de parkiet, papegaai en de dwergpapegaai.
  • Hierna volgen bijvoorbeeld roofvogels, vogels in de dierentuin, op de boerderij, etc.
  • En soms komen we tot ‘vreemde vogels’, met Pino, de Kroet, de Roepie-Roepie en de Poelivinario … (en dan zijn we dus via ‘de mus’ aangekomen bij Toon Hermans, one man show uit 1980…)

Tiny van Dulmen

“I do not fix your problems. I fix your thinking. Then you fix, your problems, yourself…”

M tiny@nemlud.nl
T  06 83 09 25 28